10min
25min
35min
In Aziatische landen eten ze aardappels vaak als groenten en wordt het als bijgerecht geserveerd bij een kom rijst. Deze Koreaanse gesmoorde krieltjes (Gamja jorim) worden als banchang samen met verschillende andere bijgerechtjes opgediend. Samen met tofu met gochujang-saus en een (of meer) van deze banchang heb je een heerlijke Koreaanse maaltijd. De smaak is niet heel uitgesproken Koreaans, dus de aardappeltjes combineren ook goed bij andere Aziatische gerechten.
Doordat het zo makkelijk is en echt heel erg lekker, is het in Korea dan ook een heel populair gerecht. Meestal mag m'n vriend de restjes van de dag ervoor mee naar z'n werk nemen, omdat ik toch wel weer iets nieuws ga koken. Dat gold niet voor deze aardappeltjes, want die wilde ik te graag zelf opeten. Ze zijn zowel warm als koud heel lekker, dus ook lekker als lunch of tussendoortje.
Het recept voor deze krieltjes komt uit het Basisboek Korea van Caroline Hwang ↗️. De enige reden dat dit boek niet bij de favoriete kookboeken op deze website staat is dat het niet bepaald een vegetarisch boek is, laat staan vegan. Wel staan er heel veel heerlijke gerechten in, die over het algemeen ook heel makkelijk te maken zijn. Veel makkelijker dan Het Korean Vegan kookboek van Joanne Lee Molinaro ↗️ (wat overigens wel een aanrader is als je van Koreaans koken houdt).
voor 4 als bijgerecht
Verhit de olie in een pan of wok waar je een deksel voor hebt
Voeg de gesnipperde ui en de krieltjes toe en bak een paar minuten tot de ui zacht begint te worden
Meng alle overige ingrediënten behalve het sesamzaad in een kommetje en voeg dit toe aan de ui en aardappels. Roer alles goed door
Zet het vuur laag, doe het deksel op de pan en laat ze 20 tot 25 minuten smoren tot de krieltjes gaar zijn. Roer regelmatig even door
Garneer met sesamzaad en dien op