Als je aan herfst denkt denk je aan pompoen. Niet alleen aan pompoensoep, maar ook curry met pompoen en pumpkin pie's. Allemaal heel lekker, maar pompoen is ook nog eens heel gezond. Pompoen zit - net als heel veel andere oranje groenten - vol bètacaroteen.
Er zijn veel verschillende pompoenen, in allerlei verschillende kleuren, vormen en maten. Welke eetbare pompoenen zijn er, en wat gebruik je waarvoor? Altijd al willen weten welke pompoen je het beste voor in de soep kunt gebruiken? Dat lees je hier.
Voor alle eetbare pompoenen geldt: de zaadjes zijn geschikt om te roosteren. Ik heb het zelf nooit geprobeerd, maar er zijn verschillende recepten ↗️ te vinden hoe je zelf pompoenpitjes kunt roosteren.
Als ik uit mijn hoofd een pompoen zou moeten tekenen, zou die waarschijnlijk het meest lijken op een muskaatpompoen. De muskaatpompoen is rond tot ovaal met duidelijke ribbels. Een jonge muskaatpompoen is groen van kleur, terwijl de schil meer oranje kleurt naarmate de pompoen meer rijpt. Hoewel de muskaatpompoen het hele jaar door verkrijgbaar is, zijn ze niet vaak afkomstig van Nederlandse bodem. Dit komt doordat deze soort meer warmte nodig heeft dan andere pompoensoorten. De muskaatpompoen is veelzijdig in te zetten. Hij is zeer geschikt om soep van te maken, maar is ook erg lekker om te grillen, roerbakken of te verwerken in een hartige taart.
Deze Japanse pompoen is een wat kleinere pompoen met een relatief dunne schil. De hokkaido heeft in tegenstelling tot de muskaatpompoen geen ribbels. Net als andere pompoenen heeft de hokkaido een zoete smaak, maar met een nootachtig accent. De schil van de hokkaido pompoen is vrij zacht en hoeft ook niet per se voor gebruik verwijderd te worden. De hokkaido heeft vruchtvlees dat wat melig van structuur is. Het is goed bruikbaar om pompoenpuree van te maken. Deze pompoen is ook erg lekker in soep of risotto.
Een pompoensoort die je het hele jaar in de winkel ziet liggen is de flespompoen, ook wel op zijn Engels bekend als butternut squash. In het najaar is flespompoen van Nederlandse bodem verkrijgbaar, daarbuiten wordt hij vaak geïmporteerd. Deze pompoen heeft een kenmerkende slanke hals, en heeft daardoor iets weg van een fles. De flespompoen heeft een zoete smaak en een vrij dunne zachte schil. Je hoeft de pompoen ook niet per se te schillen, al is dat wel afhankelijk van het gerecht dat je ermee wilt maken. Gegrild past de pompoen goed in een salade, en dan is de schil erg lekker. De flespompoen is ook heel geschikt voor de soep of in een curry, waarvoor het lekkerder is om de pompoen wel van tevoren te schillen.
De spaghettipompoen wordt steeds populairder. Hij is verkrijgbaar in verschillende vormen, kleuren en maten. De smaak is wat minder zoet en wat aardser dan andere pompoenen. De spaghettipompoen past goed in ovenschotels, of, waar de pompoen zijn naam aan te danken heeft, als koolhydraatarme vervanging voor spaghetti. Na bereiding kun je namelijk heel makkelijk sliertjes trekken van het vruchtvlees, waardoor het erg lijkt op spaghetti.
De Kabocha is een pompoen van Japanse oorsprong met een groene buitenkant. De binnenkant is dan wel weer gewoon oranje. De smaak van de pompoen is zoet en doet een beetje denken aan die van zoete aardappel. De schil van de kabocha is prima eetbaar, maar wat minder zoet dan het vruchtvlees. De textuur is ook heel anders, wat misschien niet goed past bij het gerecht. De kabocha wordt vooral gebruikt in toetjes en andere zoete gerechten. Net als de hokkaido is ook de kabocha heel geschikt om pompoenpuree van te maken.